Landschap en plaatsnamen van de Noordwest-Veluwe
OverzichtHet landschap in de vijf gemeenten van de Noordwest-Veluwe is bijzonder gevarieerd. Het zuidelijk deel van de gemeenten behoort tot het hoge middendeel van de Veluwe, het zg. Veluwe-massief, het noordelijk deel behoort tot de brede strook lage en vruchtbare gronden langs de Veluwse randmeren.
De verschillen in landschap waren vroeger nog groter. Langs de vroegere Zuiderzee lagen veenachtige en moerassige gebieden, afgewisseld door langgerekte verhogingen. Het Veluwe-massief was geaccidenteerder dan tegenwoordig, en na de ontbossing in de middeleeuwen waren er grote heidevlakten met zandverstuivingen ontstaan.
Vroege bewoning was niet overal mogelijk en maar op weinig plaatsen waren de gronden geschikt voor akkerbouw. De nederzettingen die vanaf de 7e eeuw op de Noordwest-Veluwe ontstonden, hadden bijna altijd iets te maken met het landschap in de nabije omgeving. De namen hadden betrekking op bijv. de begroeiing of de bodemgesteldheid.
Verscheidene algemeen aanvaarde verklaringen van de plaatsnamen kunnen daarom niet juist zijn. Aperloo werd niet genoemd naar appelbomen, Elburg was geen oude burg en Tonsel werd niet afgeleid van de persoonsnaam Tunne. Velden en nederzettingen kregen praktische namen. Dat waren namen die aanduidden, waardoor een bepaald punt in het omringende landschap opviel.