Terugblik - De Betuwe op slot, over kastelen en adellijke huizen
OverzichtTot aan het begin van de 19e eeuw was ons land rijk aan kastelen. Ieder dorp had wel 'zijn kasteel' en in veel dorpen stonden er zelfs meer. Ook het Rivierengebied was bezaaid met deze versterkte woningen van de landadel. Het waren huizen waar de dorpelingen met ontzag voorbij liepen. De 'heer' van zo'n adellijk huis had macht en bepaalde in belangrijke mate de gang van zaken binnen de kleine dorpse gemeenschappen. Deze adellijke families waren vaak generaties lang in bezit van hun kasteel en door de tijd werd hun bezit steeds omvangrijker. De adellijke jonkers maakten deel uit van de ridderschap, het hoogste regionale bestuursorgaan, dat recht sprak en uitspraak mocht doen in geschillen. Zij waren het die de functies en baantjes onderling verdeelden en 'erfelijk' in hun rechten en voordelen bleven. De kastelen in het Rivierengebied waren meestal bescheiden van opzet, de torens, de grachten en de ophaalbrug moesten blijk geven van hun sterkte en voornaamheid. De gewone dorpelingen woonden immers in eenvoudige houten woningen. Van dit alles is slechts weinig bewaard gebleven, vrijwel alle kastelen zijn afgebroken en soms rest alleen nog de naam...