Van vijanden omringd - Doesburg tijdens crisis en overleg 1930-1945
OverzichtDe jaren 1930 - 1945 waren jaren van crisis en oorlog. Een noodlijdende middenstand en een hardnekkige werkloosheid waren in Doesburg structureel.
De stad had een gebrekkige infrastructuur. Het gemeentebestuur ontplooide weinig initiatieven. De inwoners beklaagden zich voortdurend over een gebrek aan belangstelling van de overheid. Zij voelden zich achtergesteld ten opzichte van omliggende steden. De Doesburgsche Courant bracht dit in een redactioneel artikel in 1938 als volgt onder woorden: "Wij voelen ons verlaten, bedreigd en van vijanden omringd".
Tijdens deze jaren had Doesburg: een politiekorps waarover na de oorlog werd geschreven dat het 'door en door' betrouwbaar was geweest, maar in een aantal gevallen toch de opdrachten van de SD wel stipt had uitgevoerd; een korpschef; die in Doesburg niet ongunstig bekend stond, maar na de oorlog toch - wegens hulpverlening aan de vijand - tot 5 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld; een burgemeester, die persoonlijk de leiding had bij de arrestatie van de joodse inwoners in zijn gemeente en op een propaganda-avond van de nationaal-socialistische Nederlandse Volksdienst iedereen opriep toch vooral lid van deze organisatie te worden. Zelfs in 1943 verleende hij daar nog zijn medewerking aan. Desalniettemin werd hij na de oorlog 'ereburger van Doesburg. Zijn opvolger was een NSB'er. Hij deed met betrekking tot de 'arbeidsinzet' alle moeite om de Duitse maatregelen te saboteren. Ook in andere opzichten trachtte hij een 'goede' burgervader te zijn. Hij werd echter na de oorlog geen 'ereburger', maar door het Tribunaal te Arnhem veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf.
Tenslotte wordt in het boek nog een hoofdstuk gewijd aan de periode kort na de bevrijding en wordt onder meer getracht een aanzet te geven tot een antwoord op de vraag of er nu werkelijk in Doesburg in sociaal en economisch opzicht na de oorlog iets is veranderd.