De culturele revolutie in Wenen
OverzichtNog altijd ontwikkelen zich heftige gevoelens als het gaat over de donkere kanten van Oostenrijk. De afgelopen jaren zijn de ogen meer dan eens gericht op Wenen. Maar er bestond ook een ander Wenen. In De culturele revolutie in Wenen schets Henk Jurgens (1942), die algemene politieke en sociale wetenschappen studeerde aan de Universiteit van Amsterdam, de Oostenrijkse hoofdstad tussen 1890 en 1914. Op allerlei terrein, in de literatuur, muziek, architectuur, schilderkunst, wetenschap en politiek vormde Wenen het kloppende hart van vooruitstrevend Europa. De culturele revolutie in Wenen beschrijft hen die daarbij betrokken waren, de kunstenaar, de politicus, maar ook de gewone man in de straat.
We komen de 'Jung Wien' -schrijvers tegen, zoals 'Godfather' Hermann Bahr, de dichter Hugo von Hofmannsthal, de steenrijke Richard Beer-Hofmann en de toneelschrijver Arthur Schnitzler. We maken kennis met de geniale etterbak Karl Kraus en zijn tijdschrift Die Fackel, met architect Adolf Loos, de schrijver Altenberg, de schilder Kokoschka, de filosoof Wittgenstein, Mahler, Klimt en Schick en de componist Schönberg, waarvan de zalen waar hij optrad letterlijk werden afgebroken.
Wenen was een van de eerste multiculturele samenlevingen met een sterke arbeidersbeweging onder leiding van Viktor Adier. Het was een maatschappij in beroering, vol van vernieuwing. De Habsburgse monarchie kraakte in haar voegen. De interessante hoogtijdagen van het 'oude Wenen' als culturele voorpost in Europa schets Henk Jurgens op Bouman-achtige wijze met vaardige en vlotte pen als monument voor een Metropool en haar bewoners. Een Wenen dat ineenstortte toen Hitler op 14 maart 1938 zijn triomfantelijke intocht in de stad hield. In de voetbalcompetitie moest de joodse club Hakoat direct het veld ruimen, als voorbode van nieuwe, donkere tijden.