Van Delacroix tot Kandinsky - Het oriëntalisme in Europa
In de tijd van Lodewijk XIV was men hellenist, vandaag de dag is men oriëntalist, schreef Victor Hugo over de fascinatie voor de Oriënt die zo kenmerkend was voor de 19e eeuw en die vooral een grote invloed had op de kunstenaars. De belangrijkste Europese schilders en beeldhouwers ondernamen de grote reis naar het Oosten; een tocht die werd aangemoedigd door de beschikbare moderne vervoermiddelen. Maar ook de politieke belangen van de Europese staten en hun onverzadigbare behoefte aan economische expansie vormden een stimulans. De ontdekking van de Oriënt was een openbaring die bij de kunstenaars een artistieke gevoeligheid teweegbracht en leidde tot kunstwerken met als hoofdingrediënten: exotisme, een ongekend coloriet en een unieke lichtwerking.
Kunstenaars als Delacroix, Gérôme, Lewis, Hamdi Bey, Renoir, Kandinsky en vele anderen verwerkten in hun oeuvre een persoonlijke Oriënt. Bij sommigen klinken voortal de stereotypen door, bij anderen is de benadering realistischer.
Dit boek biedt een uitgebreid overzicht van het veelvormige fenomeen van het oriëntalisme in de periode tussen 1798 en 1914. In bijdragen van enkele van de belangrijkste specialisten ter wereld wat dit onderwerp betreft, wordt de rijke diversiteit van het oriëntalisme vanuit verschillende invalshoeken belicht en worden de belangrijkste thema's, de fundamenten en achtergronden in een actueel perspectief herbekeken.