Kan het ook anders? - Beschouwingen over alternatieven voor dierproeven
OverzichtIn Nederland worden circa 650.000 dierproeven per jaar uitgevoerd. Niet alleen voor wetenschappelijk onderzoek of om nieuwe medische behandelingen en nieuwe medicijnen te ontwikkelen en te testen, maar ook voor onderzoek naar de giftigheid van stoffen waar consumenten mee in aanraking kunnen komen via bijvoorbeeld het voedsel, de werkomgeving of het speelgoed. Het is daarom onvermijdelijk dat vrijwel iedereen producten gebruikt waar op één of andere wijze dierproeven aan te pas zijn gekomen. De meeste mensen vinden echter dat aan dierproeven bezwaren kleven. Ze zijn zich ervan bewust dat dieren kunnen lijden en een eigen waarde hebben. Daarom streeft men naar alternatieven voor dierproeven.
In deze uitgave geeft een aantal Nederlandse deskundigen en betrokkenen in korte beschouwingen zijn visie op het gebruik, de mogelijkheden en onmogelijkheden van alternatieven voor dierproeven in wetenschap, industrie en onderwijs. Beleidsmatige, technische en ethische aspecten komen aan de orde en laten zien dat er veel werk moet worden verzet om alternatieven mogelijk te maken. Niet alleen technisch en wetenschappelijk, ook politiek en beleidsmatig moeten daarvoor belangrijke stappen worden genomen.
Dit is het tweede deel in de reeks Dierproeven die onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Vereniging van Dierexperimentencommissies wordt uitgebracht.