Wij zijn hier maar alleen
OverzichtToen hij nog burgemeester was van de gemeente Rijnwaarden, schreef Mark Slinkman vanuit die rol ook een boek: Wij zijn hier maar alleen. Hierin beschrijft hij het droevige lot van de gedeporteerde joodse slagersfamilie Northeimer uit Tolkamer, een van de zes dorpen die onder Rijnwaarden valt. ‘In Rijnwaarden was het traditie dat in aanloop naar Dodenherdenking de burgemeester aan alle groepen 8 vertelde over het belang van herdenken. De kinderen werd ook gevraagd een gedichtje te schrijven. In die traditie ging ik mee en een van de zaken die ik ieder jaar benoemde was het gezin dat in Tolkamer woonde, een vader, moeder en jongetje van vijf, die allemaal zijn weggevoerd en niet zijn teruggekomen. Daarover stond ook een stukje in een geschiedenisboek, maar dat was maar één pagina in dat boek. Ik vond het triest dat die mensen op die ene bladzijde na volkomen uit het collectieve geheugen waren verdwenen.’
Het was reden voor Mark Slinkman om in overleg met de huidige bewoners een plaquette aan het woonhuis van de familie te laten bevestigen. Naar aanleiding van de publiciteit die dat opleverde, ontving Mark Slinkman veel reacties, waaronder van het kerkbestuur dat aangaf dat de pastoor vaak bij een mevrouw van 97 kwam die het dienstmeisje van de familie was geweest. ‘Ik zocht haar op en ze bleek zich nog heel veel te herinneren. Ik vond dat ik haar herinneringen moest opschrijven voordat het te laat was.’
Vervolgens doken er mensen op die nog familiefoto’s hadden waarop ook het zoontje van het gezin stond. Mark Slinkman: ‘Ineens had ik een handjevol foto’s en verhalen. Ook was ik bij het NIOD beland, waar allerlei interessante zaken boven tafel kwamen: uit hetzelfde transport bleken er twee overlevenden te zijn en was er een incident bij de gaskamers waardoor het verhaal in het boek van Loe de Jong was gekomen. Ik kon het gezin dus ineens tot in de gaskamer volgen.’ Mark Slinkman besloot er een verhaal over te schrijven voor het magazine van de Heemkundekring. Maar het werd steeds meer. Mark Slinkman bleef onderzoek doen en de reeks van artikelen werd een boek van 300 bladzijden. ‘Ik heb er veel avonden en weekenden aan gewerkt, maar het gaf me het gevoel dat deze mensen weer een beetje tot leven kwamen. Van een voetnoot gingen ze echt weer leven. Dat vond ik heel bijzonder en dierbaar.’