De grote ontsnapping - De grootste uitbraak van Amerikaanse krijgsgevangenen tijdens de Tweede Wereldoorlg

Het verhaal van de grootste - maar minst bekende - ontsnapping uit een krijgsgevangenkamp tijdens de Tweede Wereldoorlog begint diep in de stinkende latrines van Oflag XXI-B te Schubin in Polen. Een Amerikaanse en een Canadese krijgsgevangene graven onder afschuwelijke omstandigheden een tunnel die 36 gevangenen in staat stelt om uit de handen van de Duitsers te ontsnappen.

Door deze ontsnapping wordt de beveiliging van het kamp aangescherpt en wordt Schubin omgedoopt tot Oflag 64. Meer dan 1500 Amerikaanse krijgsgevangenen zijn veroordeeld tot een verblijf in dit kamp, waaruit ontsnappen onmogelijk lijkt. Alle uitbraakpogingen mislukken. Tot januari 1945, als in de laatste fasen van de Tweede Wereldoorlog alles plotseling in hoog tempo verandert.

Het Rode Leger komt elke dag dichterbij en kampcommandant kolonel Fritz Schneider krijgt orders uit Berlijn om zijn gevangenen naar het westen over te brengen. Nu de gevangenen plotseling niet meer door wachttorens, schijnwerpers en prikkeldraad omgeven zijn, laait de hoop om te ontsnappen fel op. In de eerste dagen van de geforceerde mars lukt het 250 Amerikaanse officieren richting het oosten te vluchten, waar ze zich bij het Rode Leger aansluiten, terwijl de Amerikaanse generaal Patton vanuit het westen een gedurfde poging doet om de resterende Schubin-gevangenen te bevrijden.

In dit nooit eerder vertelde verhaal volgt de auteur de pow's (Prisoners of War) onder wie zich de oudste zoon van Ernest Hemingway en een adjudant van generaal Eisenhower bevonden. Het is een aangrijpend eerbetoon aan de Amerikanen die alles deden voor hun vrijheid en de dapper Polen die hen met gevaar voor eigen leven hielpen bij hun ontsnapping.