Leven en werken in de Lingestreek - De ontwikkeling van het platteland in een verstedelijkt land 1850-2000

De Lingestreek wordt gevormd door de oude gemeenten Asperen, Beesd, Buren, Buurmalsen, Dell, Est, Opijnen, Geldermalsen en Heukelum. De streek staat bekend om zijn fruitteelt, bloesem en het slingerende riviertje de Linge. In dit boek staat echter niet dit idyllische beeld centraal, maar de sociaal-economische geschiedenis van de laatste anderhalve eeuw. De Lingestreek staat hierbij model voor het platteland tussen de steden Gorinchem, Leerdam, Culemborg, Tiel en Zaltbommel en ook in zekere zin voor het platteland elders in het Gelderse rivierengebied. Aan bod komen onder andere de levensomstandigheden van de bewoners, rijkdom en armoede, crisis en werkeloosheid. Hoe leefden de boeren en de dorpelingen en wat voor werk deden zij bijvoorbeeld in 1850, 1900, 1950 en 2000?

Hoewel de landbouw tot na 1950 de belangrijkste economische sector was en deze uitgebreid besproken wordt, zullen ook de ontwikkelingen in de nijverheid, industrie en dienstensector de revue passeren. Hierbij komt de rol van de overheid - ruilverkavelingsprojecten, ruimtelijke ordening, groene ruimte - eveneens uitvoerig ter sprake. Speciale aandacht is er voor de coöperatieve beweging en de banken die daaruit voortkwamen. Wat was hun rol in de ontwikkeling van de streek en de welstand van de bevolking?

Leven en werken in de Lingestreek is rijk geïllustreerd met historisch beeldmateriaal, waarvan nooit eerder gepubliceerde kleurenfoto's uit de jaren vijftig een belangrijk deel uitmaken.