Nederlanders in Japan 1600-1854 - De VOC op Desjima

Het verhaal van de Nederlanders in het oude Japan is wonderbaarlijk, maar helaas al te weinig bekend. Velen weten nog wel dat onze voorouders al sinds 1600 in Japan vertoefd hebben, en misschien zelfs ook dat zij tijdens de periode van Japans afsluiting vanaf 1639 tot 1854 de enige westerlingen in Japan waren. Maar daarmee houdt hun kennis meestal op. Hoe de Nederlanders, en dan in het bijzonder de ambtenaren en kooplieden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, nu toch in dat zeer verre, geïsoleerde en mysterieuze Japanse rijk geleefd en gewerkt hebben, is veelal niet bekend.

Dit boek tracht in die leemte te voorzien. In een historisch verantwoord maar prettig leesbaar overzicht wordt een antwoord gegeven op de vraag waarom juist de Nederlanders het voorrecht genoten om eeuwenlang de enige westerlingen te zijn die in Japan werden toegelaten.

De auteur gaat daarbij in op de kleurrijke politieke en godsdienstige omstandigheden die tot de Japanse afzonderings-politiek hebben geleid en draagt het materiaal aan om duidelijk te maken waarom het 'klimaat' in het Japan van de vroege 17de eeuw voor de Hollanders zo geschikt bleek te zijn. Alle aspecten die voor een goed begrip van deze historie noodzakelijk zijn komen voorts aan de orde: de verhuizing van Hirado naar Desjima; invoer, uitvoer en handelsbeperkingen; aankomst en vertrek der schepen; schipbreuken; het dagelijks leven op Desjima; de verplichte hofreizen naar de Japanse keizer.