Onuitwisbaar aangedaan - Over beeldende kunst en religie
Overzicht'Onuitwisbaar aangedaan' verwijst naar een werkelijkheid die niet van deze aarde is, maar toch in haar uitdrukkingsvorm niet aards genoeg kan zijn. De aanraking door het transcendente krijgt in kunst een zichtbare en tastbare gestalte, zoals de stigmata van sommige heiligen een zichtbaar en pijnlijk lijfelijk merkteken waren van de aanraking door Christus. Dat levert niet alleen mooie en verheven beelden op. Niet alleen hosanna's en alleluja's. Verre van dat. Worsteling en verzet, spot en parodie komen voor, domineren soms in verbeeldingen van lijden en sterven, kruis en stigmata, breken en gebroken worden, oorlog en geweld. Daarnaast duiken motieven op van schepping en wording, paradijs, opstanding en apocalyptische bevrijding, net vaak en krachtig genoeg om niet te verzinken in totale ontgoocheling en absurditeit. Zo wordt in de hedendaagse kunst de worsteling van de mens met gene zijde verbeeld in al haar ambiguïteit.
Dit boek is een papieren museum. Het gaat niet om kunsttheorie, maar om de ontmoeting met eigentijdse beeldende kunstenaars en hun kunstwerken: Marc Mulders, Johan van Zutphen, Ger van Elk, Rinke Nijburg, Jan Vanriet, John Piper, Gerard Garouste, Hendrik Werkman, Paul van Dongen, Gus Frieling, Loëc Le Groumellec, Jacques Frenken, Harrie Gerritz, Franz Gutmann, Paul Klemann, Teun Hocks en anderen.
Wat is hun visie op de verhouding tussen kunst en religie? Wat verstaan ze onder religie? Wat zijn hun bronnen? Wat zijn hun inspiraties en aspiraties? Welke sfeer ademen hun werken? Deze vragen worden in dit boek verkend in zeven essays, aangevuld met columns van museumdirecteuren en interviews met kunstenaars.