Spoorwegen in Winterswijk & Omstreken
OverzichtDe auteur van dit boek is in 1960 geboren in de buurtschap Henxel bij Winterswijk. In 1963 betrok de familie Ligtenbarg een huis op de Hoge Hazel, een zijstraat bij de overweg Misterweg in Winterswijk. In die jaren was het goederenvervoer bij NS nog van grote omvang en was Winterswijk een rangeerstation.
Het rangeren geschiedde door de goederenwagens op een kopspoor te trekken en ze dan door middel van afstoten over de verschillende sporen uit te sorteren. Tussen dit kopspoor en het rangeerterrein lag de overweg, die dan ook regelmatig gesloten was, tot ergernis van het snel toenemende aantal weggebruikers. Er was in die jaren dus genoeg tijd om naar de passerende treinen en goederenwagens te kijken.
Wat je als kind waarneemt, dat ga je later verzamelen en daar denk je vaak aan terug. Er zijn maar weinig mensen van deze generatie, die het goederenverkeer in Winterswijk nog bewust hebben meegemaakt. Het rangeren aan de overweg Misterweg, de seinhuizen, de mechanisch bediende semen en wissels, het aan- en afkoppelen van de wagens; al dit handwerk was in de jaren zestig nog aanwezig, ongeveer zoals in de beginjaren van de Winterswijkse stations. Ook was er nog stoom: de Nederlandse Spoorwegen hadden inmiddels dieseltractie, maar in Duitsland reden nog dagelijks stoomlocomotieven en deze waren ook in Winterswijk "in het wild" te zien.
In 1970 verhuisde de familie Ligtenbarg opnieuw en eindigde het dagelijks bekijken van de treinen. Geen ernstig verlies: kort daarna stopte de NS hier met het rangeren en kreeg Winterswijk veel minder goederenwagens te verwerken. De steeds korter wordende goederentreinen naar Duitsland kregen, voor zolang het nog duurde, een diesellocomotief als trekkracht. Station Winterswijk werd een vervallen en grotendeels ongebruikt spoorterrein, nauwelijks nog interessant om lang rond te kijken.
Daarom zijn deze zeven jaren van treinen kijken belangrijk geworden. Later volgden de oprichting van Het GOLS-station, het verzamelen van foto's en documentatie en een verzoek voor het maken van een boek voor de Vereniging Het Museum in 1986. Dit alles leidde in 1989 tot een boek over de spoorwegen in en rond Winterswijk. Nu, in de 21e eeuw, zijn "Privatisering" en "Light Rail" de toverwoorden: wie denkt nu nog aan de kolenmijnen, de textielfabrieken, de verzending van pakketten, het vervoer van vee en vlees, de wagens met kunstmest en de treinen vol met steenkool?