Fabula Rasa - Gaston Burssens
Overzicht'Wij moeten Burssens opnieuw ontdekken. Wij moeten die gekke literatuurgeschiedenis herzien', zo schreef Louis Paul Boon op 27 december 1952 in de Vooruit. GASTON BURSSENS (1896-1965) raakte na de dood van zijn vriend Paul van Ostaijen in 1928 totaal geïsoleerd. De kritiek verweet hem epateerzucht, decadentisme, non-conformisme, absurdisme en seksueel exhibitionisme.
Nu zijn het juist die kenmerken die later door de Vijftigers zo werden geapprecieerd. Toen de dichter Burssens in 1945 debuteerde met proza, was het ergste leed geleden. De grotesken uit Fabula Rasa, Proeve van objectief dagboek vormen een heterogene verzameling van 59 korte prozastukjes, dagboeknotities, beschouwingen, grappen en toneelfragmenten. De auteur maakt uitdagend 'tabula rasa' met het burgerlijk fatsoen en de slogans van ideologie, religie en politiek door de logica ervan tot in het absurde door te trekken. Hij demonstreert ook de zinloosheid van het vervreemdende bestaan, maar tegelijk bouwt hij een 'fabula' op, een verhaalwereld waarin hij de lezer op speelse wijze naar de keel grijpt.
FABULA RASA doet zeer hedendaags aan door de lof van het toeval, de ontmanteling van alle grote ideologieën, de genrevermenging, het schrijven in fragmenten en de absurde humor. Auteurs als Tom Lanoye en Jeroen Olyslaegers zullen zich in deze 'angry young man' moeiteloos herkennen.