De kracht van de specerij - Een hutkoffer vol herinneringen
OverzichtJohannes Jacobus de Lima, geboren op 22 juni 1919 t eAmboina in de Molukken, verliet op jonge leeftijd zijn familie om zich voor te bereiden op zijn medische studie. Reeds vroeg ontstond bij hem het verlangen dokter te worden naar het voorbeeld van dr. Albert Schweitzer, de bekende zendingsarts uit Lambarene en uitbewondering voor de arbeid van Molukse voormannen zoals dr. J.B. Sitanala en dr. WK.Tehupeiory.
Opgroeiend in een onderwijzersgezin met acht kinderen, kreeg hij met steun van zijn vooruitstrevende vader een beurs van het Ambons studiefonds om door te studeren, eerst in Soerabaja en later in Batavia aan de Geneeskundige Hogeschool. Door de inval van Japan in Indonesia moest hij zijn studie onderbreken. Hij deed toen enig vrijwilligerswerk ten behoeve van het Rode Kruis tot de zogenoemde "Malmobeurs" hem in staat stelde de medische studie weer op te pakken.
In oktober 1946 vertrok hij naar Nederland om op 27-jarige leeftijd medicijnen te gaan studeren. De eerste studiejaren verliepen vlot. Helaas waren de naoorlogse politieke ontwikkelingen tussen Nederland en Indonesië en in het bijzonder de moeilijke verhouding na De Ronde Tafel Conferentie de oorzaak van het einde van de Malinobeurzen.
Uiteindelijk wist hij met steun van bevriende Nederlandse stichtingen en inkomsten uit parttime arbeid bij de PTT op 30 mci 1956 toch zijn artsexamen af te ronden. Al spoedig werd hem gevraagd om als arts in het Ambonezen woonoord "Lunetten" in Vught te gaan werken. Omdat daarmee de wens in vervulling ging zich na de artsenstudie te wijden aan her welzijn van eigen mensen, heeft hij het aanbod aanvaard. Op 9 juli 1956 is hij als woonoord arts in Lunetten begonnen. Met veel liefde en voldoening heeft hij daar 12 jaar gewerkt. Hier kreeg hij de gelegenheid om ervaring op te doen met verschillende diensten van zowel de plaatselijke als landelijke overheid, ervaring die hem later goed van pas is gekomen. Het typisch gevolg was dan ook, dat hij in 1968 vanuit Vught naar Rijswijk vertrok om daar op het toenmalige ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk de functie van Medisch Adviseur te vervullen. Oorspronkelijk alleen met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van Molukkers, gerepatrieerden en oorlogsslachtoffers in het kader van de Algemene Bijstandswet (ABW). Later werd die taak uitgebreid naar algemene voorzieningen ten behoeve van alle Nederlanders. Uiteindelijk vervulde hij op CRM de functie van adviseur voor medisch-maatschappelijke zaken in meest brede zin.
Zo werd hij de vertrouwensman voor de Molukse groeperingen in Nederland, die waar nodig bemiddelend kon optreden in voorkomende conflictsituaties. Werk dat hem goed lag.