De gans eet het brood van de eenden op - Mijn kindertijd in een Jappenkamp op Java
OverzichtIn het kamp speelden we 's avonds vaak ganzenbord. We hadden alleen het licht van het ene lampepeertje boven in de zaal. We legden het ganzenbord op een koffer en gingen er omheen zitten op onze hurken. Het ganzenbord had mijn moeder voor ons gemaakt, van het karton van een oude doos. Het was het eeuwenoude spel met de ganzen, de dobbelstenen, de waterput, de gevangenis en de Dood, maar dan zoals het er allemaal uitzag in het Jappenkamp.
Mijn moeder kon niet alleen mooi tekenen, ze wilde ook dat wij het leerden. Ze wilde dat mijn zusje, mijn broertje en ik alles tekenden wat we zagen in het kamp. De mensen buiten het kamp moesten weten wat er hier met ons gebeurde. Anders zouden de mensen die later leefden steeds opnieuw dezelfde fouten maken en laten gebeuren dat mensen elkaar de ergste dingen aandoen.
Anne-Ruth Wertheim neemt kinderen en volwassenen mee langs ingrijpende gebeurtenissen uit haar kinderleven. Ze doet dat als de volwassene van nu die af en toe weer het kind wordt van toen. In een eenvoudige stijl getuigt ze zo bijna terloops van de
vindingrijkheid en veerkracht van mensen onder benarde omstandigheden.
Haar hele koloniale leventje werd op zijn kop gezet en ze moest zich overal vragen bij gaan stellen. Voor de oorlog hoorde haar familie tot de 'witte' bovenlaag die iets te vertellen had over de 'bruine' Indonesiërs. Nu zat ze gevangen vanwege die witte huidskleur en gingen de Japanners ook nog de joden scheiden van de niet-joden. Zij en haar zusje en broertje waren half-joods en dat stelde hun moeder voor een onmenselijke keuze.