Onbekende kinderen - De laatste trein uit Westerbork
OverzichtOp 13 september 1944 vertrok het laatste transport van joodse gevangenen uit Westerbork. De reis voerde niet naar een vernietigingskamp, maar naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Tot de 279 inzittenden behoorden de vijftig kinderen van het kampweeshuis, die zonder hun ouders waren opgepakt van hun onderduikadressen en in Westerbork gevangen waren gezet. Van de meesten was de identiteit niet geheel duidelijk. Op de transportlijsten van hun reis staan zij aangeduid als Gruppe Unbekannte Kinder.
Eén kind overleefde de reis niet. De overige peuters en kleuters bleven twee maanden in Bergen-Belsen en reisden in november 1944 door naar Theresienstadt, waar zij - nog steeds als groep - opnieuw werden opgevangen in een weeshuis en uiteindelijk in mei 1945 wer-den bevrijd.
Na de oorlog was er voor de belevenissen van deze Onbekende Kinderen geen aandacht. Zij groeiden op bij getraumatiseerde ouders, in pleeggezinnen of in joodse kindertehuizen. Zelf waren zij meestal te jong om zich hun ervaringen goed te herinneren. En voor zover ze er wel iets over konden vertellen, was er niemand die wilde luisteren.
De meeste Onbekende Kinderen wisten tot voor kort dan ook niets van hun eigen geschiedenis. Waarom zij de oorlog hadden overleefd, was hun zelf een raadsel. Ze kenden hun lotgenoten niet en vonden nergens begrip.
Het duurde tot 1991 alvorens Daphne Meijer de eerste Onbekende Kinderen opspoorde en interviewde. Twee jaar later publiceerde zij een artikel in De Groene Amsterdammer over deze groep, de jongste generatie overlevenden van de Sjoa. In 2000 volgde de documentaire Onbekende Kinderen, een gezamenlijk werk van de auteur en cineaste Annette Apon. Bij de publicatie van dit boek, in april 2001, werd een tijdelijke tentoonstelling geopend over de Onbekende Kinderen in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.