Mijn dubbelspoor
OverzichtJustus E. (Ted) Marchand werd in 1914 in Amsterdam geboren in een joodse familie met Hugenoten in de voorouders. Tijdens de Duitse Bezetting komen zijn vrouw en hij midden 1942 door toevallige omstandigheden in het verzet terecht. Voor de joodse officier betekent dit: dubbele illegaliteit. Een vriend leent hem zijn naam: Theodoor (Ted) Korthals van Schooten.
Samen met zijn vrouw Hetty vestigt hij zich onder deze schuilnaam in het Gooise dorp Laren, waar beiden actief worden in een belangrijke verzetsgroep. In 1943 wordt Ted door verraad neergeschoten en komt als politiek gevangene in de kampen Vught en Moerdijk. Daar wordt hij herkend als de joodse officier en opnieuw verraden. Na 34 maand Strafcompagnie in Vught volgt deportatie via Westerbork naar Auschwitz, Monowitz en kamp Dora, waar hij, op het randje van de dood, in april 1945 door het Amerikaanse leger wordt bevrijd.
In augustus 1945 zijn Ted en Hetty herenigd in Laren. Twee jaar later emigreren ze naar het toenmalige Palestina, waar Ted deelneemt aan de Israëlische Bevrijdingsoorlog. Dan kan eindelijk een nieuw bestaan worden opgebouwd. In het kleine Hadar Am, waar Ted en Hetty Marchand te midden van kinderen en kleinkinderen tot op heden wonen.
Pas na zijn tachtigste jaar is de auteur tot schrijven in staat. Hij schrijft boeiend, kritisch, soms ogenschijnlijk cynisch, maar te alien tijd eerlijk, ook ten opzichte van zichzelf. MIJN DUBBEL SPOOR is een uitzonderlijk verhaal, dat geschreven moest worden.