Een vriendelijcke groetenisse - Brieven van het thuisfront aan de vloot van De Ruyter (1664-1665) NIEUW
OverzichtIn de National Archives te Londen liggen duizenden brieven van Nederlandse zeevarenden die in de zeventiende eeuw en Later door Engelse kapers zijn buitgemaakt, de zogenoemde Prize Papers. Slechts een klein aantal daarvan is geschreven door bemanningsleden van de oorlogsschepen en door hun thuisfront. In deze bronnenpublicatie zijn 97 brieven uit 1664 gepubliceerd. Alle brieven waren gericht aan opvarenden op de vloot van Michiel de Ruyter, maar ze bereikten nooit hun bestemming.
De Ruyter maakte in de jaren 1664 en 166 een trans-Atlantische reis om de agressie van de Engelsen tegen de West-Indische Compagnie te beteugelen. Tot een beter begrip van de brieven worden in de inleiding de achtergronden van de reis beschreven. De nadruk ligt op de onverwachte tocht naar de kust van West-Afrika, de samenstelling van het eskader, de opvarenden en het amfibisch optreden van vloot zeesoldaten aldaar. Verder wordt stilgestaan bij de communicatiemogelijkheden tussen achterblijvers en opvarenden, de schrijfvaardigheid van de afzenders en de inhoudelijke informatie.
De 'thuisfrontbrieven' zijn integraal opgenomen en voorzien van een uitvoerige annotatie. De bijna honderd brieven geven een goed inzicht in het dagelijkse zeemansleven en in de gevoelens van de achterblijvers. Dankzij 'Een vriendelijcke groetenisse' treden het thuisfront en de opvarenden van De Ruyters vloot voor het eerst sinds eeuwen uit de schaduw.