Pro Patria et Patienti - De Nederlandse militaire geneeskunde 1795-1950
OverzichtIn Pro Patria et Patienti wordt de ontwikkeling beschreven van de Nederlandse militaire geneeskunde gedurende anderhalve eeuw: vanaf de napoleontische tijd, via de Belgische Opstand en de twee wereldoorlogen tot en met de dekolonisatieoorlog. Er wordt aandacht besteed aan de opleiding en positie van de militair-geneeskundigen, evenals aan de (al dan niet gesimuleerde) ziekten en verwondingen waarmee zij werden geconfronteerd, zoals venerische en psychische aandoeningen. Ook de zaken die het werk bemoeilijken, waaronder de stelselmatige bezuinigingen en de niet altijd even optimale arbeidsomstandigheden komen aan bod. Een terugkerend thema bij dit alles is de vraag of een officier van gezondheid in conflictsituaties eerder handelde als militair dan als arts. Was hij een militair met scalpel of een arts in uniform? Was hij met andere woorden meer pro patria of meer pro patienti? Duidelijk wordt dat militair-medische zorg niet buiten (de voorbereiding op) de oorlogvoering stond, maar hiervan een integraal onderdeel uitmaakte.