Ons leven in onderduiktijd
OverzichtGaarne geef ik hierbij uiting aan mijn bewondering voor deze herinneringen van Mejuffrouw Martha Koster aan haar ervaringen als Joods onderduikster in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Deze bewondering geldt zowel de wijze waarop zij zich haar ervaringen tot in details herinnert en waarop zij deze op papier heeft vastgelegd, als haar levenswil aanpassingsvermogen en blijmoedigheid. Deze immers hebben het mogelijk gemaakt dat zij, ondanks steeds andere en thans bijna onvoorstelbare moeilijkheden en de zeer herhaalde noodzaak om weer een nieuw onderduikadres te zoeken, waarbij zij grotendeels geheel aan zichzelf was overgelaten, toch de moed niet opgaf, maar bleef doorzetten.
De meeste Joodse Dagboeken en Herinneringen betreffende de Duitse bezetting en Jodenvervolging, die al dan niet postuum, in Nederland na de oorlog zijn gepubliceerd, handelen over doorgangskampen als Westerbork en Vught, of over Bergen-Belsen, of over de verschrikkingen van vele kampen, met inbegrip van Auschwitz. Of, zoals het Dagboek van Anne Frank, zijn het de aantekeningen van een heel jong meisje, dat op een enkele plaats is ondergedoken, samen met haar familie en dat met slechts zeer enkele personen daarbuiten in aanraking kwam.
De ervaringen daarentegen van Martha Koster, die in 1940 reeds volwassen was, betreffen haar vele onderduikadressen, in vele verschillende delen van Nederland, bij Nederlanders van zeer onderscheiden aard, welgestelden en minder draagkrachtigen, verzetslieden en vreesachtigen etc. etc. Zij geven aldus niet alleen een beeld van de ervaringen van een Joodse onderduikster, maar ook van het gedrag van vele niet-joodse Nederlanders tijdens de Duitse bezetting.