Verlichte verzen en kolommen - Remonstranten in de letterkunde en tijdschriften van de Verlichting 1720-1820
OverzichtHeel Nederland bleef zich in de achttiende eeuw spiegelen aan het roemrijke verleden van de Gouden Eeuw. Vaderland en vrijheid waren kernwoorden bij alle partijen en richtingen. Maar remonstranten grepen vooral terug op mannen die vanuit hun gezichtspunt om hun godsdienstpolitiek te prijzen vielen. Natuurlijk Willem van Oranje vanwege zijn blik op de toekomst van het land en op de tolerantie. Dan hielden zij in Arminius hun theologisch beginsel in ere, en in Wttenbogaert en Episcopius de stichters van hun Sociëteit. Hugo de Groot telden zij als een der hunnen en de raadspensionaris van Holland, Johan van Oldenbarneveldt.
Op zijn landgoed in het Westland richtte de Rotterdamse koopman Willem van der Pot een erezuil op voor Van Oldenbameveldt op het terrein dat Maria van Utrecht, weduwe van de in 1619 door Maurits van Oranje-Nassau onthoofde staatsman, had moeten verkopen om de proces-kosten te kunnen betalen. In zijn hofdicht Endeldijk wees Van der Pot, onder bescherming van een uit de hemel neergedaalde Louise de Coligny, echtgenote van Willem van Oranje, zijn overbuurvrouw prinses Carolina, de zuster van stadhouder Willem V, op deze verlichte kolom.
Nog bleven remonstranten, zij het kritisch, loyaal aan de stadhouder. Lang zou het niet duren. Voor het evangelie van vaderland, vrijheid en onderlinge verdraagzaamheid van de christenen kwam bij hen langzamerhand de boodschap in de plaats van algemene verdraagzaamheid, burgerlijke vrijheid, gelijke kerkelijke rechten, en broederschap onder de volken.