De levenden - Een geschiedenis uit het Pacific-oorlogsjaar 1942
Overzicht'De levenden’, een (fictieve) geschiedenis uit het Pacific-oorlogsjaar 1942, werd door Nic Beets (1915-1986) tussen 1980 en 1984 geschreven om al 'de levenden' die na de oorlog tegen de Japanners hebben getobt en/of nog steeds tobben met oorlogstrauma’s een hart onder de riem te steken.
Nic Beets was zelf als krijgsgevangen officier van gezondheid in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) ooggetuige van de bijna niet voorstelbare wreedheden van de Japanse agressor. Achter de hoofdpersoon van het boek, de arts Bert Duparc, gaat de auteur dan ook gedeeltelijk zelf schuil. Deels zijn echter de thema's ook gebaseerd op de informatie die Nic Beets via literatuuronderzoek en talloze gesprekken verzamelde ten behoeve van zijn studie 'De verre oorlog, lot en levensloop van krijgsgevangenen onder de Japanner’ (Boom Meppel, Amsterdam, 1981). Daarnaast heeft ook zijn naoorlogse werkzame leven dat vooral gewijd was aan de problemen die jonge mannen kunnen tegenkomen op hun weg naar volwassenheid, een stempel gedrukt op de inhoud van dit boek.
In literair opzicht heeft Nic Beets, onder het pseudoniem L.A. Koelewijn, bekendheid verworven als schrijver van De ene dag en de andere’ (Arbeiderspers, 1958), 'Niet meer aan denken’ (Arbeiderspers, 1959; en Hollandia, 1980), en 'Mikken op de voorruit’ (Querido, 1965). In 'De levenden' is zodoende een arts-psycholoog aan het woord die met zijn schrijverstalenten tracht via fictie en werkelijkheid de historische gebeurtenissen in het Pacific-oorlogsjaar 1942 gestalte te geven, gezien door de ogen van een individu.
‘De levenden’ is meer dan een oorlogsroman. Het hoofdthema is veeleer het zich manifesteren van de 'condition humaine’ onder extreme omstandigheden. Leven en dood, gevangenschap, en confrontaties met geweld, terreur en angsten, dit alles vormt de nieuwe complexiteit van het dagelijks bestaan van een mannengemeenschap dat stagneert en toch voortschrijdt.