Willink
OverzichtDe schilder A. C. Willink - in 1900 geboren - kan op zijn terugkijken op een veelzijdig levenswerk. Het begin van zijn artistieke loopbaan ligt in Berlijn, waar hij in de jaren vlak na de eerste wereldoorlog studeerde en onder de indruk raakte van het revolutionaire gebeuren in kunst en maatschappij. Hij sloot zich toen aan hij de avant-garde, - de abstracte schilderkunst - en werkte in de trant van de constructivistische schilders, met wie hij in Duitsland, België en Frankrijk contact had. Uit het midden van de jaren twintig stamt zijn vriendschap met de schrijver E. du Perron en diens kring: bij hun werken heeft hij illustraties geleverd.
Omstreeks 1930 breekt een nieuwe periode in zijn werk aan: Willink lijkt de werkelijkheid weer te geven in een nauwkeurige, meesterlijke techniek, die geïnspireerd is op het werk van de oude Nederlandse schilders. Maar onder deze weergave van de werkelijkheid gaat een andere betekenis schuil: Willink ziet, reeds in het begin der jaren dertig het naderende onheil; zijn ogen, gescherpt door het verblijf in Berlijn na 1920, zien de tekens aan de wand. In de jaren dertig, en opnieuw na de tweede wereldoorlog, tot nu toe, gaat zijn visie van de werkelijkheid verder dan alleen de waarneming laat zien.
In dit boek, waarin het gehele geschilderde oeuvre van Willink in volgorde van ontstaan is afgebeeld, wordt de poging gedaan, de schilder te benaderen als een getuige van het zo hevig bewogen tijdperk, waarin zijn werk is ontstaan: de schilder wordt hier gekenschetst als een 'ziener', die - nog voordat anderen de komende dreiging hadden ontwaard - het naderende gevaar heeft gezien en in beelden heeft vastgehouden voor zijn tijdgenoten.