Haags zilver uit vijf eeuwen
OverzichtUit geheel Nederland en daarnaast vooral uit Engeland, kwamen de laatste weken stukken Haags zilver naar het Haags Gemeentemuseum, om daar tezamen de eerste grote overzichtstentoonstelling van Haags zilver uit vijf eeuwen te vormen. Uit het grote aantal stukken dat nu uit Engels bezit voor deze tentoonstelling is afgestaan en het vele dat in de loop van de jaren van daar naar Nederland is teruggekeerd, blijkt wel hoezeer de Engelsen het Nederlandse zilver hebben gewaardeerd. Waarschijnlijk spelen hier ook de nauwe relaties een rol, die via ons vorstenhuis vooral sinds het tijdperk van de Koning-Stadhouder met Engeland hebben bestaan. Dat èn de Staten Generaal èn het Huis van Oranje door het schenken van een kostbaar zilveren of gouden voorwerp (dat vaak door Haagse zilversmeden vervaardigd was) uiting gaven aan hun waardering en dankbaarheid, was mede de oorzaak van deze verspreiding van Haags zilver aan de andere zijde van de Noordzee.
Het is steeds weer boeiend om te zien hoezeer het Haagse zilver afwijkt van andere in Nederlandse steden gemerkte stukken. Wanneer men bijvoorbeeld het Amsterdamse zilver met het Haagse vergelijkt, kan men alras de verschillen onderscheiden die hierin onderling bestaan: de statigheid van het Haagse zilver wijst naar de in een hofstad te stellen eisen, waartegenover in het Amsterdamse zilver met zijn kloekere vormen en een soms overrijke decoratie, de eisen van een gegoede burgerij tot uitdrukking komen. Het is trouwens opmerkelijk hoeveel Franse namen er onder de Haagse zilversmeden zijn. Zij hebben stellig mede het internationale aspect van het Haagse zilver bepaald.
Onze diepgevoelde dank gaat in de eerste plaats uit naar H.M. Koningin Juliana der Nederlanden en H.M. Koningin Elizabeth van Engeland, die beiden belangrijke stukken uit hun verzamelingen voor deze tentoonstelling afstonden. Hiernaast betuigen wij ook de vele kerk-, stads- en polderbesturen, musea en andere openbare instellingen onze oprechte dank. De vele particulieren die hun zilver voor deze tentoonstelling ter beschikking stelden, zijn wij bijzonder erkentelijk. Wij beseffen maar al te goed, dat zij hun bezit slechts node voor deze maanden afstaan.
Het zij mij vergund hier mede mijn bijzondere dank uit te spreken aan enige van onze collegae, namelijk Dr. H. Enno van Gelder, directeur van het Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Stenen, en Drs. H. N. Mensonides, de archivaris van deze Gemeente. Beiden hebben zich veel moeite gegeven voor deze tentoonstelling: Dr. van Gelder door de penningen niet alleen ter beschikking te stellen maar ook door ons de volledige beschrijving te verschaffen; de heer Mensonides door ons verschillende archivalische gegevens te verstrekken die hier van node waren.
Van de notities die wij van de Rijksdienst voor Monumentenzorg mochten ontvangen werd een dankbaar gebruik gemaakt.
Ik hoop zeer dat deze tentoonstelling aan allen die hetzij in wetenschappelijke- hetzij in esthetische zin in deze materie zijn geïnteresseerd, nieuwe aspecten zal bieden.
L. J. P. Wijsenbeek