De witte karbouw - Herinneringen aan een oorlog in de tropen
Drs. ir. E. Mahler werd in 1920 te Makassar (Celebes) in het voormalige Nederlands-Indië geboren als zoon van een beroepsofficier van het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger). Hij doorliep onder meer de Hogere Burgerschool (HBS) in Den Haag, Malang en Bandoeng. Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen legde hij juist zijn eindexamen HBS af. Na dit eindexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, trad hij in dienst van het KNIL en volgde er een officiersopleiding, eerst bij het CORO (Corps Opleiding Reserve-Officieren) en vervolgens bij de tijdelijke KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Bandoeng.
Bij de capitulatie van het Indische leger in maart 1942 als gevolg van de aanval van het Japanse leger, raakte hij als cadet in krijgsgevangenschap. De Japanners voerden hem naar Thailand, waar hij onder meer te werk werd gesteld bij de beruchte dodenspoorlijn. Na de bevrijding keerde hij eind 1945 terug naar Java. Hij werd ingedeeld bij het roemruchte KNIL-bataljon Infanterie I en tevens tot officier bevorderd. Een aantal van zijn avonturen bij het bataljon lnf.I staat in dit boek opgetekend.
In 1948 vertrok hij met ziekteverlof naar Nederland om eerst in 1949 weer terug te keren in Indië, dat intussen Indonesië geworden was. Hij beleefde toen de laatste dagen van het KNIL en de ontruiming van de voormalige kolonie door de Nederlanders. Als een rode draad lopen door het gehele verhaal heen de voorspellingen van Djojo Bojo, een Javaanse vorst uit de oudheid, die in grote trekken voorspelde wat er in deze periode van 1940 tot en met 1950 zou gebeuren.