Allen zwijgen - Merdeka en Andjing Nica tot Apra
OverzichtDe schrijver S.M. Jalhay groeide op in de Middenjavaanse garnizoensplaats Gombong, de geboorteplaats van zijn moeder. Zijn vader werkzaam als ziekenverpleger, was afkomstig uit de Limburgse mijnstreek. Niet alleen van geboorte maar ook in zijn verdere leven stond hij tussen twee uiteenlopende culturen. Deze twee culturen geaardheid is op persoonlijke wijze vertaald in zijn beide boeken, en vallen op door de wijze waarop de schrijver zich opstelt tegenover beide culturen zonder zich werkelijk aan een dezer culturen te binden.
Als 20-jarige beroepsmilitair komt hij terecht in de korte strijd tegen de Japanners, wordt daarna geinterneerd en weet dan al spoedig te ontsnappen. Dan begint zijn strijd tegen de Jap, waarbij hij met een kleine groep contact probeert te leggen met de guerrillaleider Onderluitenant KNIL, L.Z. Siahaya. Als hij uiteindelijk door de Kempeitai gevangen genomen wordt en gemarteld omdat hij voor de tweede keer uit het kamp is ontsnapt, komt hij wonder boven wonder, als een gebroken man, terug in het burgerkamp Tjimahi.
Als de capitulatie van de Jap een feit is, maar reeds binnen de prikkeldraadomheining van het kamp de Merdeka-kreten te horen zijn, meld hij zich bij een pas opgericht KNIL-infanterie bataljon die later de naam "Andjing-Nica" krijgt. Deze periode waarin het nationalistische streven steeds sterker werd en Nederland nog slechts krampachtig en met geweld haar afbrokkelende positie kan handhaven, wordt door de schrijver op aangrijpende wijze ervaren en beschreven in het boek "ALLEN ZWIJGEN"