Het Friesche boerenhiem

Het is reeds enkele jaren geleden, dat in de Commissie van Beheer van het Th. v. Welderen Rengers Fonds voor het eerst de vraag aan de orde werd gesteld, wat gedaan zou kunnen worden, ten einde te bevorderen, dat aan de verzorging van het Friesche boerenhiem meer aandacht geschonken werd. Daarbij werd uitgegaan van de overweging, dat een goede beplanting van het boerenhiem in verschillend opzicht van ciroote beteekenis is.

Zoo kan gewezen worden op de vooraanstaande plaats, die de boerderijen in het Friesche landschap innemen. In een groot gedeelte van ons gewest, dat arm is aan bosschen en geboomte, vormen de boerderijen een belangrijk deel der stoffeering van het landschap. Ontbreekt daarbij een passende beplanting, dan liggen de boerderijen kaal en koud in het vlakke land. Is een goede beplanting aanwezig. dan verschaften ze de gewenschte warmte aan het Friesche landschap.

De aantrekkelijkheid van de boerderij als woonhuis zal door een goede verzorging van het hiem belangrijk verhoogd kunnen worden. Ook als bescherming tegen windschade kan de beplanting van het boerenhiem van beteekenis worden geacht.
Daarbij komt, dat het hiem veel nut kan afwerpen, als er een plaats wordt ingeruimd voor het telen van groenten en vruchten, terwijl ook het kweeken van bloeiende planten en bloemen niet als een overbodige weelde beschouwd mag worden.
Wij meenen te hebben opgemerkt, dat de toestand der beplanting van het boerenhiem wel eens wat te wenschen overlaat, terwijl aan het kweeken van bloemen en groenten en aan de verzorging van den ,,appelhof" veelal onvoldoende aandacht geschonken wordt. Daarbij komt, dat de iepziekte een bres geslagen heeft in vele, vroeger fraaie beplantingen van Friesche boerderijen.

Teneinde een stap te doen, die naar wij hopen bij zal dragen tot een betere verzorging van het Friesche boerenhiem, achten wij het gewenscht door uitgaaf van een geschrift met woord en beeld de aandacht op dit onderwerp te vestigen en wenken te geven, die tot verbetering kunnen bijdragen. Na hierover advies te hebben ingewonnen bij den Rijkstuinbouwconsulent voor Friesland, den Heer Ir. C. M. v. d. Slikke, hebben wij voor dit doel de medewerking ingeroepen van de Heeren G. J. Pannekoek, Leeuwarden en J. J. Schipper, Sneek, die er naar wij meenen goed in geslaagd zijn, de taak te vervullen, die zij op zich genomen hadden. Het door hen samengestelde geschrift wordt dan ook gaarne door het Rengersfonds uitgegeven.

Wij spreken den wensch uit, dat deze uitgaaf er toe zal bijdragen, dat allerwege een betere verzorging van het Friesche boerenhiem krachtig ter hand genomen zal worden.

De Commissie van Beheer van het Th. v. Welderen Rengers Fonds