Vanuit het duister - Schetsen van honderd jaar epileptiebestrijding
OverzichtGeschiedenis is altijd een geschiedenis van mensen. Mensen met hun gedachten, emoties, drijfveren, idealen en daden. Buiten menselijk handelen om kan er immers weinig tot stand komen. Soms lijkt de geschiedschrijving zich echter te beperken tot een dorre opsomming van feiten en jaartallen en zijn de mensen daarachter onzichtbaar geworden of met meer dan bloedeloze schimmen.
Het is de verdienste van Adriaan Venema dat hij de geschiedenis van de epilepsiebestrijding en in het bijzonder van de jubilerende Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan Epilepsie heel nadrukkelijk tot leven laat komen vanuit het persoonlijk beleven van - al dan niet fictieve - figuren die daaraan deel gehad hebben. Het is wel een waagstuk om op deze wijze geschiedschrijving te verrichten. Een waagstuk waarvan de poging echter de moeite waard is, wil men niet vervallen tot het dorre jaartallenboekje ,als zoëven genoemd. Adriaan Venema heeft het aangedurfd. Aan de lezer het oordeel of hij daarin geslaagd is.
Dit jubileumboek markeert het 100-jarig bestaan van onze vereniging, die zich van meet af aan gericht heeft op mensen die door hun epilepsie aangewezen zijn op hulpverlening. Er is veel veranderd. De organisatie is vanaf het in gebruik nemen van het eerste gebouwtje 'Zoar' (dat klein, nietig betekent) op een werkelijk onvoorstelbare manier gegroeid. Uit de Christelijke Vereniging ontsproot de Stichting Instituut voor Epilepsiebestrijding 'Meer en Bosch'-'De Cruquiushoeve' met twee centra en acht poliklinieken. Ook de Stichting Fonds voor Epilepsiebestrijding 'De Macht van het Kleine' met de grote achterban van contribuanten en vrijwillige medewerkers is nu een zelfstandige dochter. In de jaren zestig kwam vanuit de erkenning dat ook pa¬tiënten recht hebben op deelname aan het arbeidsproces, de Stichting Reva¬lidatie en Arbeidsvoorziening Epilepsiepatiënten tot stand. Een jonge loot is de stichting 'Habitat' die het huisvestingsprobleem voor mensen met epilepsie wil verlichten.
Ook de inhoud van de hulpverlening is sterk veranderd en geëvolueerd. Stond eerst het element verzorging van de patiënt centraal, later richtte de inspanning van de vereniging zich tevens op behandeling en research. De deskundigheid van verschillende professies werd daarbij gebundeld tot een multidisciplinaire benadering. Maar nog steeds zijn het de ménsen met epilepsie (van alle gezindten, zoals reeds in 1882 door de vereniging geformuleerd werd) om wie het gaat.