De joden in Duitsland
OverzichtDit boek met veel foto's is het levenswerk van de schrijver. Op zijn zoektocht naar de geschiedenis van zijn volk heeft hij als een verslaggever realistische teksten geschreven, die tegelijk vol medeleven zijn: het gaat immers ook om zijn verleden. Nachum Tim Gidal vertelt in beeld en geschrift over het jodendom en over de Duitse joden. Zelf was hij een jood uit het München van Karl Valentin, met wie hij bevriend was en wiens dialect hij sprak. Hij was een jood met voorouders uit Litouwen, iemand die zijn Oost-joodse wortels nooit verloochend heeft. Als jongen sloot Gidal zich aan bij de zionistische jeugdbeweging. Hij werd gevormd door München en het Oost-Beierse land, door Duitse en joodse volksliederen, door dichters als Jitsjak Leib Perez en Stefan George en door de godsdienstfilosofen Martin Buber en Gershom Scholem. Zo is dit documentatiemateriaal over het dagelijks leven van de Duitse joden tevens een hernieuwde kennismaking met een Duitsland dat -samen met het Duitse jodendom- ten onder ging in de Hitler-tijd.
Gidal toont beelden van een vergeten Duits-joods verleden: van de allereerste joodse aanwezigheid in Duitsland, de bloeitijd die de joodse cultuur ondanks alle vervolgingen in de Middeleeuwen doormaakte, van armen en rijken, van telkens weer oplaaiende Messiaanse verwachtingen, van feesten en plechtigheden, van de worsteling om politieke gelijkstelling en van de bijdrage van de joden aan de Duitse cultuur. Daarbij is er ondanks al het eigene maar moeilijk een grens te trekken tussen Duits' en 'joods'. Deze mensen hielden veel van hun Duitse geboorteland. Velen van hen hebben hun beste krachten ervoor ingezet - juist ook de joden die de Middelhoogduitse taal hadden meegenomen naar Oost-Europa en daar in de vorm van het Jiddisch hadden bewaard en voor wie Duitsland het land van Kant, Schiller en Goethe was. En dat terwijl zij zich keer op keer, direct of indirect, omwille van hun jood-zijn chicanes en krenkingen moesten laten welgevallen, zelfs in tijden waarin zij formeel gelijke rechten hadden.
Gidal verzwijgt en verfraait niets. Dit maakt van zijn boek een teken van hoop, want waarachtigheid, wederzijdse toenadering en het respect voor het eigen karakter van de ander zijn voorwaarden voor een menswaardige coëxistentie - ook tussen volken en aanhangers van verschillende godsdiensten.