Arnhemse Monumentenreeks: Watermonumenten - Beken, bruggen, dijken en gemalen in Arnhem
OverzichtArnhem heeft een aantal beeldbepalende beken en sinds de grote uitbreidingen in Arnhem-Zuid snijdt de Nederrijn de stad middendoor. In deze publicatie wordt aandacht besteed aan de relatie van de stad met dit water en aan de 'watermonumenten' van Arnhem. Aan Arnhems beken stonden watermolens die energie leverden voor het produceren van gebruiksgoederen zoals papier, bier en kruit. Later kwamen er wasserijen en bleekvelden. Beken waren ook de romantische spil in het ontstaan van landgoederen, waarbij molens plaatsmaakten voor watervallen, fonteinen en vijvers.
In de negentiende eeuw verdwenen de beken en grachten wegens toenemende vervuiling uit het stadsbeeld. De Nederrijn had bij Arnhem diverse takken, waarvan de zuidelijkste, de Malburgse Wetering, nog aanwezig is. In de jaren 1531-1535 verlegde Karel van Gelre de hoofdtak van de rivier naar de stad. Meer handel en scheepvaart waren het gevolg, maar ook overstromingen in zowel het rivierentand als in de stad zelf. Arnhem streefde al vroeg naar een vaste Rijnbrug, als opvolger van de eeuwenoude schipbrug, en kreeg zijn eerste verkeersbrug in 1935. De geschiedenis van deze brug was dramatisch, maar in mei 1950 werd de huidige versie geopend. Dat was het begin van de sprong naar Zuid samen met de achter een nieuwe dijk gebouwde wijk Malburgen. Dat Malburgen, als instrument in de Koude Oorlog, bij dreiging van een aanval onder water zou worden gezet, wist geen enkele bewoner!