Jubal - 50 jaar jong
OverzichtHet schrijven van een stuk eigentijdse geschiedenis is een nostalgisch genoegen op zich, vooral van die, welke zich afspeelde in eigen vertrouwde omgeving en gemaakt werd door goede bekenden. Van de nu bijna vijftigjarige fanfare "Jubal" komt erbij dat althans sinds 1945 vrijwel alle gegevens compleet voorhanden zijn in notulen, foto- en plakboeken, alsmede in financiële - en andere overzichten. Tezamen geven die een goed beeld van hetgeen deze muziekvereniging tot nu toe betekend heeft voor haar leden, voor de parochiegemeenschap van St. Bernulphus, voor het dorp Oosterbeek, in de gemeente Renkum en verder.
Die geschiedenis levert niet slechts een veelzijdig scala van muzikale en organisatorische activiteiten op, ze vertelt ook het verhaal van de veranderingen, zoals zich die in Kerk en parochie voltrokken hebben. De geschiedenis van vijftig jaar "Jubal" is er een van concoursen en festivals, van taptoes en muzikale rondwandelingen, van concerten en uitvoeringen, van aubades en serenades. Zo ook van muzikale presentaties der fanfare bij kerkelijke en nationale vieringen, bij Palmpaas- en Sinterklaasoptochten en jubilea, bij bedevaarten, wandelmarsen en voetbalwedstrijden, bij processies en défilees; kortom bij alle denkbare gebeurtenissen, op elke tijd en plaats; zowel in- als extramuraal, pleegt ment tegenwoordig te zeggen.
In die zin is de vijftigjarige fanfare "Jubal" een soort muzikale duizendpoot; niet meer weg te denken en onbetaalbaar! Vijftig jaar "Jubal"-geschiedenis is er ook een van jarenlang niet-aflatende geldzorgen, waaraan achtereenvolgende bestuursleden en penningmeesters vooral, trachtten het hoofd te bieden door alle maar denkbare acties. Het is bijna onvoorstelbaar welk een inventiviteit steeds opnieuw aan de dag is gelegd om het niet-aflatende gevecht tegen ontoereikende financiële middelen te blijven voeren zonder daarbij de overheid al te veel om subsidies lastig te vallen. Een blaasorkest is een duur instituut. Wie "Jubal" en andere muziekverenigingen voorbij ziet marcheren of op het concertpodium gadeslaat en beluistert, realiseert zich veelal niet hoeveel geld wel geïnvesteerd is moeten worden in instrumenten, uniformen, in de directie, de aanschaf van bladmuziek en allerlei bijkomende directie-, opleidings- en andere kosten. Van onze fanfare gaat het daarbij in haar huidige verschijningsvorm om zo'n f 250.000,---, voor gemiddeld zo'n 55 leden; uiteraard verschillend, al naargelang er op straat of op een podium gemusiceerd wordt. En dat dan door de jaren heen met de kosten van onderhoud, vervanging, nieuwe aanschaf, uitbreiding enz.
Wat de meeste muzikanten er zelf voor over hebben aan tijd, geld en inspanning is al evenzeer bewonderenswaardig. Natuurlijk, 't is een hobby, maar de gemeenschap profiteert er toch ook maar van. Al met al, om méér dan één reden, aanleiding dankbaar te zijn - over en weer -, om waardering tot uitdrukking te brengen en de 50-jarige geluk te wensen.
Oosterbeek, augustus 1983. H. C. J. Erkens