Vijftig jaar speelruimte - Geschiedenis van de Schouwburg Arnhem 1938-1988
OverzichtEen gebouw bestaat vijftig jaar. Erg lang is dat niet en op zich een nogal triviale reden voor het schrijven van een boek. Wat maakt de geschiedenis van het gebouw, waarin de Arnhemse Schouwburg vanaf oktober 1938 gehuisvest is, zo interessant dat het deze uitgave rechtvaardigt? Men zou kunnen wijzen op het lokale belang: vele tienduizenden Arnhemmers hebben gedurende die halve eeuw een of meer plezierige avonden gehad in het pand aan het Koningsplein. Zij zijn allemaal op de een of andere manier door de Schouwburg verrijkt; ze hebben er genoten en gelachen, zijn ontroerd of aan het denken gezet. En soms ook - dat zal uit deze geschiedenis nog blij ken - hebben ze zich er flunk geergerd.
De Schouwburg heeft ook velen in aanraking gebracht met cultuuruitingen die vroeger slechts aan een kleine elite voorbehouden waren. leder mens heeft, ongeacht zijn maatschappelijke positie of sociale herkomst, behoefte aan schoonheid, aan verbeelding. Daarom is het voor iedereen toegankelijk maken van ons cultuurgoed even belangrijk als een eerlijke verdeling van materiële zaken. Die spreiding van de cultuur, waarvan de kunst een belangrijk aspect is, is een politieke zaak die de lokale Arnhemse betekenis overstijgt. De gedachte van een eerlijke verdeling van de cultuurgoederen lijkt vanzelfsprekend voort te vloeien uit het principe van sociale rechtvaardigheid. Maar de halve eeuw Schouwburggeschiedenis leert in ieder geval dat over de praktische uitvoering en de consequenties van die cultuurspreiding heel verschillend gedacht is. De politieke dimensie van het probleem komt in Arnhem des te scherper naar voren door de typische vervlechting van de Schouwburg met de gemeentepolitiek. De gemeente exploiteerde immers de Schouwburg. Die verwevenheid van politiek en cultuur maakt Arnhem tot een boeiend voorbeeld van naoorlogs cultuurbeleid in Nederland.