Arnhemse schrijvers (2e-hands)
OverzichtZonder de stad Arnhem was de Nederlandse Literatuur een van haar belangrijkste schrijvers armer. Zonder de Rijnstad had een Nederlandstalige roman in 1958 nooit de top tien van beste en best verkochte boeken van het vooraanstaande New-Yorkse magazine Time gehaald; het boek stond zelfs nummer één en werd meer geprezen dan Dokter Zhivago van Boris Pasternak en Breakfast at Tiffany's van Truman Capote. En zonder de stad Arnhem hadden duizenden lezers niet geweten dat op het Indonesische eiland Ambon een paradijselijke tuin is gelegen, ook 'thuyn' genoemd. Ik heb het over de magistrale roman De tienduizend dingen, verschenen in 1955 van Maria Dermoüt, in het Amerikaans vertaald als The Ten Thousand Things. Er is nog een belangrijk boek van haar, Nog pas gisteren (Yesterday), dat haar late debuut markeert, uitgebracht in 1951. Beide boeken werden geschreven in Arnhem. Vanuit deze stad aan de rivier veroverden ze de wereld. Hoe beslissend kan een stad in iemands leven zijn?'
Zo opent de schrijver en NRC Handelsblad-joumalist Kester Freriks in deze bundel zijn essay over Maria Dermout, die ooit in Arnhem als literair talent werd ontdekt en er haar mooiste romans schreef. Dat de Rijnstad voor vele schrijvers voor korte of langere tijd een aangename verblijfplaats was, bleek bijvoorbeeld uit Arnhem van 1700 tot 1900 (Utrecht 2009), het tweede deel van onze stadsgeschiedenis, met name de paragraaf over 'Letteren in Arnhem', en uit het eerder verschenen derde deel, Anthem In de twintigste eeuw (Utrecht 2004) in het bijzonder de paragrafen 'Jan Greshoff en de kring rondom hem' en 'Schrijvers over Arnhem'. Tientallen auteurs zijn hier geboren, overleden, hebben er gewerkt of gewoond, hun liefje gevonden of vonden er inspiratie, zoals Jacques Perk: de in Arnhem wonende Joanna Caroline Blancke (1856-1937) fungeerde kort voor zijn vroege dood als muze.
Arnhem als letterenstad: het is niet de eerste associatie die Arnhemmers en niet-Arnhemmers te binnenschiet als zij de Rijnstad moeten beschrijven. De onbekendheid blijkt alleen al uit het geringe aantal straten of pleinen die naar schrijvers verwijzen, een situatie die Armhemse bestuurders zich mogen aantrekken.
De redactie van het Arnhems Historisch Tijdschrift meende daarom dat dat onbekende aspect van de stad eens belicht moest worden en zij heeft veertien auteurs bereid gevonden een artikel over een meer of minder bekende schrijver voor hun rekening te nemen. Een auteur schreef twee stukken, zodat totaal vijftien gebiografeerden die 'iets' met Arnhem hebben, in deze bundel de revue passeren. Dc meeste mensen kennen waarschijnlijk wel werk van Carel Beke, Jan Cremer, Kees Crone, Maria Dermoüt, Johnny van Doom, Jean Dulieu, Jan Greshoff en Gerard Keller. Schrijvers als Anne Takens, Barend de Goede, Jacobus Jan Cremer, Gerrit Feenstra en Mark Prager Undo vonden en vinden vooral waardering in eigen kring en minder daarbuiten, terwijl een enkeling als Cornelis Strik van Ratingen of Hendrik Schreuder bij velen met of nauwelijks bekend is. Natuurlijk beseft de redactie dat de hier gepresenteerde schrijvers slechts een deel van Arnhems letterkundigen vertegenwoordigen, maar zij hoopt ook, dat deze bundel uitnodigt tot - wellicht hernieuwde - kennismaking met de vijftien schrijvers en hun werk.