Herman Romijn en de Oosterbeekse kunstenaarsvereniging Rhijn-Ouwe
OverzichtHerman Romijn vestigt zich in 1940 in Oosterbeek. Tijdens de oorlog bewoont hij het historische gebouw ’t Hemeldal. Na de oorlog betrekt hij de portierswoning op het terrein van het landgoed Hartenstein. Hij groeit uit tot een bekende persoonlijkheid in het dorp en omgeving.
Romijn richt in 1949 de groep Oosterbeekse Beeldende Kunstenaars (1949-1954) op. In 1955 opgevolgd door de vereniging Rhijn-Ouwe (1955-1961). In 1962 gaat deze vereniging op in een breder verband, n.l. ‘punt 62’ – kunstenaarsgroep van de Zuid-Veluwezoom (1962-1967). Deze kunstenaarsverbanden hebben aan een vijftigtal kunstenaars een podium geboden. Naast Romijn, schilders als Harry Antheunis, Jan Holtrop, Johan Mekkink, Piet van Mierop, Jan Teerink en Dirk van Veelen.
Ook schilderessen zijn vertegenwoordigd, waaronder Tilly Münninghoff-van Vliet, Elisabeth Roest van Limburg en Willy van Woerden-Pulle. Andere leden zijn de glazeniers Gunhild Kristensen en Octave van Nispen tot Pannerden, de edelsmid Frans Zwollo jr., de keramisten Jan van Stolk en Jaap Dommisse en de beeldhouwers Marius van Beek, John Grosman, Jan Teulings en Ubbo Scheffer.
Ook gevestigde kunstenaars, die op latere leeftijd in Oosterbeek komen wonen nemen deel aan tentoonstellingen. Onder hen de dames Wilhelmina Drupsteen, Jemmy van de Guchte-van Hoboken en Wilhelmina Carbin-Gips, de architect Hendrik Wijdeveld en de kunstschilder en ontwerper Anton van der Valk.
Dit schitterende boek geeft een beeld van het werk van Herman Romijn en de kunstenaars, die deelnamen aan de tentoonstellingen van de drie verenigingen.