Stad van Eusebius
Overzicht'Arnhem, je wordt er zo moe van', verzuchtte in 1965 een priester die in de stad werkzaam was. De Arnhemse parochianen lieten het op zondag nog wel eens afweten ondanks verwoede pogingen van pastoors en kapelaans om trouwe katholieken van ze te maken. De Arnhemse pastoors gingen daarbij strijdvaardig te werk. Rond 1920 moesten het oprukkende socialisme en de openbare onzedelijkheid in het Sonsbeekpark ingedamd worden. Pastoor Bos ging in Klarendal de deuren langs waarbij hij eens in een niet toevallig geopend keldergat viel. Pastoor Van der Loo zamelde zo fanatiek geld in voor de bouw van de St-Jozefkerk op de Geitenkamp dat hij als snel de bijnaam 'pastoor gironummer' kreeg. Hun inspanningen leverden de stad veel op maar de parochianen bleven wispelturig.
Historicus Martijn Brugman toont in Stad van Eusebius aan dat de Arnhemmers zich niet snel laten verleiden. Het grootste succes boekte eigenlijk nog de pastoor van de St-Maartenskerk in de 15e eeuw. Hij haalde de tong en de schedel van Sint Eusebius naar Arnhem om zijn parochie weer naar de kerk te lokken. Dat lukte. De Arnhemmers vereerden Eusebius als een popidool.
Stad van Eusebius is een boeiende terugblik op twee eeuwen katholiek Arnhem. De verhalen in het boek zeggen veel over de rooms-katholieke kerk. Maar misschien nog wel meer over de Arnhemmers.
Boekje is 2e-hands, uitgegeven in 2008.